Ik plof neer in de wachtruimte bij mijn internist, nadat de assistente me
duidelijk heeft gemaakt dat het nog wel een kwartiertje kan duren. Behalve mij zit
er alleen een ouder stel dat de indruk wekt daar al sinds de oplevering van het
ziekenhuis te zitten. Ik zeg hallo, met weinig effect, en blader plichtsgetrouw
het stapeltje leesmap-tijdschriften door op het tafeltje naast me. Na een
snelle schifting blijven ‘Men’s Health’ en de ‘Opzij’ over… Ik ga voor de laatste,
benieuwd wat hedendaags feminisme voorstelt.
Misschien wat romantisch gedacht, ik verwachte verhalen over wederzijdse
vrouwelijke genegenheid, een warme ondertoon, misschien wat over ‘jezelf
ontdekken’, of een keer een term als ‘innerlijke kracht’, of ‘emotionele balans’.
Maar niets van dit al, voor dergelijke onderwerpen had ik blijkbaar beter de
Men’s Health kunnen pakken, waar je terecht kan voor ontharingstips, accessoires
om je outfit op te leuken, en over lekker in je lijf zitten. Met stijgende
verbazing lees ik in de Opzij over carrière maken, sterk in het leven staan, en
hoe je als vrouw de top bereikt. Sinds wanneer zijn vrouwenbladen mannenbladen
geworden, en omgekeerd? Blijkbaar is dat waar ‘emancipatie’ uiteindelijk toe leidt,
dat je verwordt tot waar je al die tijd tegen gestreden hebt. Ik begrijp er
niets meer van, vrouwen die elkaar verwijten dat ze te weinig werken, dat ze
‘te weinig’ ambitie tonen omdat ze er veel voor de kinderen willen zijn. Ik
vraag me af welk ideaal er wordt nagestreefd, maar met feminisme heeft het
weinig van doen lijkt me. Begrijp me niet verkeerd, als vrouwen carrièretijger willen
worden (gek woord trouwens, want een tijger ligt het liefste de hele dag in het
zonnetje te dutten en op vlees te wachten), moeten ze dat vooral doen, net als
al die idiote kerels. Ik begrijp alleen niet waarom we zulke mensen als ideaalbeeld
zouden moeten volgen, alsof carrière synoniem is geworden voor wat ‘goed’ is. Ik
gun niemand een carrière, maar ik gun iedereen een leven wat hij of zij zelf
als ideaal bestempelt. En wat is nou idealer dan leuk werk doen, en daarbij nog
tijd hebben voor andere dingen, zoals kinderen? Iets minder erg, maar tevens zo
verontrustend, zijn mannen die hun borstkas harsen en zich druk maken over een
nieuwe handtas.
Het feministisch klapstuk van dit Opzij exemplaar is een interview met
Sunny Bergman, die ik wel hoog heb zitten vanwege haar goeie werk voor Piet, of
was u die discussie alweer vergeten? Maar wat valt Sunny van haar voetstuk in
dit interview, waar ze zonder schroom, en met academische graad op zak, verkondigt
dat verschillen tussen mannen en vrouwen met biologie niets van doen hebben,
maar toch echt door onze vrouwonvriendelijke samenleving worden bepaald. Gadverdamme!
Terwijl de hele wetenschappelijke wereld zich er na decennia ruziemaken bij heeft
neergelegd dat mensen (helaas!) ook gewoon dieren zijn die zich aan natuurwetten
moeten onderwerpen, ventileert Sunny, gespeend van enige kennis, fijntjes haar
mening in mijn Opzij! Gelukkig, net voor het me te veel wordt, hoor ik mijn
internist mijn naam zeggen. Mijn internist is trouwens een vrouw, dat moet
ik erbij zeggen, omdat de meesten van ons bij een arts standaard aan een man
denken, ondanks dat de gemiddelde geneeskunde student toch echt twee X
chromosomen heeft. Maar dat terzijde.
Ik voer een kort gesprek met mijn internist over interne zaken, waarna ze
me vriendelijk duidelijk maakt dat het gesprek bijna ten einde is. Beseffend
dat mijn eigen risico van de zorgpremie er na deze 10 minuten waarschijnlijk
toch wel doorheen is, waag ik nog een vraag te stellen. Of ze misschien mijn
testosteronwaarden zou willen laten bepalen. Of ik ergens ‘problemen’ mee heb? “Nee
absoluut niet! Het is beroepsdeformatie, ik doe er onderzoek naar, dus vandaar..”
(glimlach vriendelijk).
Niet lang daarna, op een congres, wissel ik met een collega (man) uit de VS
tips over het omgaan met lastige kleuters. Hij vertelt me daarna over een
studie die hij heeft gedaan waarin hij heeft gekeken hoe vaderbreinen reageren op plaatjes van eigen kinderen. Het leuke is: hij heeft bij deze mannen testosteron
gemeten. Maar niet alleen testosteron. Toen de vaders in de scanner lagen,
heeft hij ook even de grote van hun
testikels opgemeten. Op zich al een grappig idee, maar nog mooier zijn de
uitkomsten van het onderzoek. Wat blijkt, hoe meer testosteron je hebt, en hoe
groter je testikels zijn, hoe minder je investeert in het gezinsleven. En dat
is niet alles, die grote ballen zorgen er ook nog eens voor dat de
beloningsgebieden van de hersenen minder sterk reageren op plaatjes van je
eigen kroost. Van andere dieren kennen we dit wel, hoe beroerder als vader; hoe
dikker de ballen, denk maar aan van die imposante stierenkloten. Maar dit
mechanisme werkt bij mensen dus net zo! Leuk voor de wetenschap, jammer voor
Sunny. Wellicht ook leuk voor datingsites, op je profielpagina: leeftijd: 32,
lengte: 1.78, kloten: 35cc. Nuttige info voor potentiële moeders.
Een paar weken na mijn bezoek bij de internist gaat de telefoon. De
assistente met de uitslag van van testosteron-bepaling. Ze weegt haar woorden,
en probeert luchtig te klinken. Ik weet al genoeg. ‘Meneer Bos, uw
testosteronwaarden zijn mooi normaal hoor.’, met een onnatuurlijk nadruk op het
woord ‘normaal’. De waarde mag schommelen tussen 10 en 25 zegt ze, en mijn
waarde is 11. Prachtig ‘normaal’, dat dat normaal is voor het testosteronniveau
is van bejaarde met het libido van een emmer zand zegt ze er niet bij. Ik hang
verbouwereerd op, kijk op de klok en besef me dat ik de kinderen al lang uit
school moet halen. Ik dender de trap af, de deur uit, en beland met een sprong
waar Epke zich niet voor zou schamen op mijn fietszadel. Voor mij is zoiets een
peulenschil, maar dat komt natuurlijk door mijn enorm kleine ballen.