vrijdag 12 juni 2015

Kinderen of dikke ballen

Ik plof neer in de wachtruimte bij mijn internist, nadat de assistente me duidelijk heeft gemaakt dat het nog wel een kwartiertje kan duren. Behalve mij zit er alleen een ouder stel dat de indruk wekt daar al sinds de oplevering van het ziekenhuis te zitten. Ik zeg hallo, met weinig effect, en blader plichtsgetrouw het stapeltje leesmap-tijdschriften door op het tafeltje naast me. Na een snelle schifting blijven ‘Men’s Health’ en de ‘Opzij’ over… Ik ga voor de laatste, benieuwd wat hedendaags feminisme voorstelt.

Misschien wat romantisch gedacht, ik verwachte verhalen over wederzijdse vrouwelijke genegenheid, een warme ondertoon, misschien wat over ‘jezelf ontdekken’, of een keer een term als ‘innerlijke kracht’, of ‘emotionele balans’. Maar niets van dit al, voor dergelijke onderwerpen had ik blijkbaar beter de Men’s Health kunnen pakken, waar je terecht kan voor ontharingstips, accessoires om je outfit op te leuken, en over lekker in je lijf zitten. Met stijgende verbazing lees ik in de Opzij over carrière maken, sterk in het leven staan, en hoe je als vrouw de top bereikt. Sinds wanneer zijn vrouwenbladen mannenbladen geworden, en omgekeerd? Blijkbaar is dat waar ‘emancipatie’ uiteindelijk toe leidt, dat je verwordt tot waar je al die tijd tegen gestreden hebt. Ik begrijp er niets meer van, vrouwen die elkaar verwijten dat ze te weinig werken, dat ze ‘te weinig’ ambitie tonen omdat ze er veel voor de kinderen willen zijn. Ik vraag me af welk ideaal er wordt nagestreefd, maar met feminisme heeft het weinig van doen lijkt me. Begrijp me niet verkeerd, als vrouwen carrièretijger willen worden (gek woord trouwens, want een tijger ligt het liefste de hele dag in het zonnetje te dutten en op vlees te wachten), moeten ze dat vooral doen, net als al die idiote kerels. Ik begrijp alleen niet waarom we zulke mensen als ideaalbeeld zouden moeten volgen, alsof carrière synoniem is geworden voor wat ‘goed’ is. Ik gun niemand een carrière, maar ik gun iedereen een leven wat hij of zij zelf als ideaal bestempelt. En wat is nou idealer dan leuk werk doen, en daarbij nog tijd hebben voor andere dingen, zoals kinderen? Iets minder erg, maar tevens zo verontrustend, zijn mannen die hun borstkas harsen en zich druk maken over een nieuwe handtas.

Het feministisch klapstuk van dit Opzij exemplaar is een interview met Sunny Bergman, die ik wel hoog heb zitten vanwege haar goeie werk voor Piet, of was u die discussie alweer vergeten? Maar wat valt Sunny van haar voetstuk in dit interview, waar ze zonder schroom, en met academische graad op zak, verkondigt dat verschillen tussen mannen en vrouwen met biologie niets van doen hebben, maar toch echt door onze vrouwonvriendelijke samenleving worden bepaald. Gadverdamme! Terwijl de hele wetenschappelijke wereld zich er na decennia ruziemaken bij heeft neergelegd dat mensen (helaas!) ook gewoon dieren zijn die zich aan natuurwetten moeten onderwerpen, ventileert Sunny, gespeend van enige kennis, fijntjes haar mening in mijn Opzij! Gelukkig, net voor het me te veel wordt, hoor ik mijn internist mijn naam zeggen. Mijn internist is trouwens een vrouw, dat moet ik erbij zeggen, omdat de meesten van ons bij een arts standaard aan een man denken, ondanks dat de gemiddelde geneeskunde student toch echt twee X chromosomen heeft. Maar dat terzijde.

Ik voer een kort gesprek met mijn internist over interne zaken, waarna ze me vriendelijk duidelijk maakt dat het gesprek bijna ten einde is. Beseffend dat mijn eigen risico van de zorgpremie er na deze 10 minuten waarschijnlijk toch wel doorheen is, waag ik nog een vraag te stellen. Of ze misschien mijn testosteronwaarden zou willen laten bepalen. Of ik ergens ‘problemen’ mee heb? “Nee absoluut niet! Het is beroepsdeformatie, ik doe er onderzoek naar, dus vandaar..” (glimlach vriendelijk).

Niet lang daarna, op een congres, wissel ik met een collega (man) uit de VS tips over het omgaan met lastige kleuters. Hij vertelt me daarna over een studie die hij heeft gedaan waarin hij heeft gekeken hoe vaderbreinen reageren op plaatjes van eigen kinderen. Het leuke is: hij heeft bij deze mannen testosteron gemeten. Maar niet alleen testosteron. Toen de vaders in de scanner lagen, heeft hij  ook even de grote van hun testikels opgemeten. Op zich al een grappig idee, maar nog mooier zijn de uitkomsten van het onderzoek. Wat blijkt, hoe meer testosteron je hebt, en hoe groter je testikels zijn, hoe minder je investeert in het gezinsleven. En dat is niet alles, die grote ballen zorgen er ook nog eens voor dat de beloningsgebieden van de hersenen minder sterk reageren op plaatjes van je eigen kroost. Van andere dieren kennen we dit wel, hoe beroerder als vader; hoe dikker de ballen, denk maar aan van die imposante stierenkloten. Maar dit mechanisme werkt bij mensen dus net zo! Leuk voor de wetenschap, jammer voor Sunny. Wellicht ook leuk voor datingsites, op je profielpagina: leeftijd: 32, lengte: 1.78, kloten: 35cc. Nuttige info voor potentiële moeders.  


Een paar weken na mijn bezoek bij de internist gaat de telefoon. De assistente met de uitslag van van testosteron-bepaling. Ze weegt haar woorden, en probeert luchtig te klinken. Ik weet al genoeg. ‘Meneer Bos, uw testosteronwaarden zijn mooi normaal hoor.’, met een onnatuurlijk nadruk op het woord ‘normaal’. De waarde mag schommelen tussen 10 en 25 zegt ze, en mijn waarde is 11. Prachtig ‘normaal’, dat dat normaal is voor het testosteronniveau is van bejaarde met het libido van een emmer zand zegt ze er niet bij. Ik hang verbouwereerd op, kijk op de klok en besef me dat ik de kinderen al lang uit school moet halen. Ik dender de trap af, de deur uit, en beland met een sprong waar Epke zich niet voor zou schamen op mijn fietszadel. Voor mij is zoiets een peulenschil, maar dat komt natuurlijk door mijn enorm kleine ballen. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten